
Op z’n hoogst, halverwege de 19de eeuw, woonden er ruim 140 Joden in Sneek. Veruit de meesten kwamen oorspronkelijk uit Duitsland en Oost-Europa. Slechts een handjevol had Portugese of Spaanse wortels. Vaak werden ze er weggepest.
Wat hun gebedsruimte betreft, verkeerden de Joden in Sneek in een mini-diaspora. De eerste was in 1813 op een verdieping van een woonhuis aan de Oosterdijk, enkele jaren later gevolgd door de tweede op een bovenkamer op de (toen nog niet gedempte) Pol. Nummer drie was aan de Wijde Burgstraat, naast de winkel van C&A. Toen de geloofsgroep voldoende geld in kas had, werd op diezelfde plaats in 1880 een compleet nieuwe synagoge gebouwd. Een opvallend perceel, met een voorgevel in uitbundige Moorse stijl. De oudste inwoners van Sneek herinneren zich het pand ongetwijfeld, de rest moet het met zwartwit kiekjes doen. Het godshuis werd in de Tweede Wereldoorlog door antisemitische NSB’ers aan gort geslagen.

Het was meteen ook het eind van de joodse gemeente, zo zei Matthijs Graafland, vrijdagmiddag 16 mei tijdens zijn lezing in biebkelder De Waag, het onderkomen van de Vereniging Historisch Sneek. De kenner van de Joodse historie in Sneek vertelde zijn geboeid luisterende gehoor, vrijwilligers van de VHS, dat het aantal Sneker Joden in het begin van de vorige eeuw al terugliep. Het merendeel werkte in de handel en toen de economie in een dip raakte week men uit naar Leeuwarden en met name Amsterdam, in de hoop daar meer te kunnen verdienen. In de jaren dertig woonden hier nog geen vijftig mensen meer.
De oorlog gaf de definitieve klap. Verscheidene Snekers zijn in vernietigingskampen vermoord. De 24 koperen stroffelstenen her en der in de stad – onlangs nog zo keurig door leerlingen van ROC Firda opgepoetst – zijn (soms een pijnlijke) fysieke herinnering aan hun zo wreed afgebroken bestaan. Toch heeft Sneek in verhouding nog veel Joden, zowel kinderen als volwassenen, kunnen laten onderduiken, constateerde oud-onderwijzer Graafland. Op zijn lijst met bijzondere Sneker Joden figureerden de volgende namen: 1700, Benjamin Polak, ‘distillateur van heete wateren’ (sterke drank); 1800, Salomon Leydesdorff’, de (vermogende) eerste poorter met extra economische rechten; 1900, huisarts Leopold Hertzberger, de uitvinder van de fietsbrancard en oprichter van de bibliotheek; 1950, Sam de Wolff, econoom/politicus én overlever van het concentratiekamp Bergen-Belsen.