Tekst: Willem Altena
Mettingers beweren antwoord te weten:
Snekers zijn trots op ‘hun’ C&A, het mooie pand – uitstraling: klassiek warenhuis – aan de Kruizebroederstraat. Als ze in een andere stad een winkel van hetzelfde kledingconcern ontwaren, zie je ze stilletjes voor zich uit prevelen: In mien stad is het allemaal begonnen! Ze houden zich fatsoenlijk en doen het niet, maar het liefst schieten ze argeloze voorbijgangers aan en zouden ze in hun beste Hoollands zeggen: ‘Je, bij oans in Sneek staat de eerste C&A!’.
In het Duitse Mettingen hoef je als Sneker over de Brenningmeyers niets te vertellen. Daar kwam een bussende VHS-groep enkele jaren geleden al achter, toen die een verkennend bezoek aan de 12.000 inwoners tellende C&A-plaats in Noordrijn-Westfalen bracht. Ze kennen daar Clemens & August als stichters van het internationale bedrijf juist heel goed.
In Mettingen wisten ze zelfs eerder van hun bestaan, want de broers zijn er immers in de eerste helft van de negentiende eeuw geboren. In Sneek kwamen de twee, zeulend met koffers vol mooie stoffen, pas in 1841 aan, toen ze al stevige knapen waren. Beide lapkepoepen bleven in Sneek – om in hun geboorteplaats later net zo beroemd te worden.
Het daar gevestigde Tüötten Museum houdt de geschiedenis aan de wandeltrek van de zogeheten Hannekemaaiers en de in hun kielzog meereizende linnenverkopers volop levend. Ook het kunstmuseum Draiflessen aan de Georgstraat 18 is voor C&A-supporters straks zeker een bezoekje waard. Het is in 2009 door de Brenninkmeijers opgericht. In het archief daarvan bevinden zich ook vele documenten, voorwerpen, foto’s en wat dies meer zij van hun bedrijf en de familie.
Al dat materiaal is nu door deskundigen van het museum in een speciale expositie ondergebracht. De tentoonstelling, getiteld ‘Verortet’ (gelocaliseerd), is van 26 november tot volgend jaar 26 april te bekijken, van woensdag tot en met zondag tussen 11 ’s morgens en 5 uur ’s middags.
Rode draad van de expositie is de zoektocht naar het ‘Stammhaus’ van C&A. Stond de eerste winkel wel aan de Oosterdijk (waar ze op twee verschillende adressen zaten), zoals tot dusver steeds werd aangenomen? Of begonnen Claus en August toch in een pandje elders in Sneek? In elk geval huurden ze opslagruimte aan de Brouwerssteeg en de Lemmerweg. De Duitse collectiespeurders zeggen het definitieve antwoord op de Ausgangsfrage te hebben gevonden…
